Op blote voeten

Ik loop op blote voeten het veld in en zet kleine stappen om zo goed te voelen waar ik mijn voeten neerzet. Dan schrik ik van iets hards onder mijn linkervoet. Ik ga bewust even dieper ademhalen en voel daardoor meer ontspanning. Ik zie een klaproos, een wit motje dat plotseling vanuit het gras opvliegt, een sprinkhaan die wegspringt. Bij elke stap komt er een grote hoeveelheid stuifmeel los als prachtige wolken die zich verspreiden over de grond. Er vliegen mooi gekleurde  vlinders rond en er steekt een prachtige verdorde zonnebloem boven het veld uit. Ik zie mooie witte wolken inde lucht die voorbij drijven en voel de wind in mijn haren en de zon op mijn gezicht. Ik geniet volop. Dan komt het idee om de rest van mijn ronde door het bos ook op blote voeten te gaan lopen. Ik ben nieuwsgierig naar wat dat kan gaan brengen.

 

Het eerst stuk is niet fijn; veel steentjes. Ik denk meteen “dit is echt een stom idee”. Het is een uitdaging om het onaangename toe te laten, te ervaren en waar te nemen, om er niet van weg te gaan, te blijven voelen. Ik ga langzaam verder en zet mijn voeten voorzichtig neer. Dan nog is het niet fijn, maar het voelt wel beter. Al snel volgt een zandpad. Wat heerlijk om dat te voelen! Zo zacht en zo ondersteunend. Soms koud, soms warm, beide voelt aangenaam. Een heerlijke welkome afwisseling. Ik merk op dat ik mijn voeten helemaal begin te gebruiken, voel me meer gedragen door de aarde en voel me steeds meer onderdeel van en één met de aarde. Ik ervaar weer eens hoe geweldig het is om in de natuur te zijn. Hier kom ik tot rust en tot mijzelf.

 

Vervolgens kom ik op een heel ander pad. Het pad doet pijn aan mijn voeten, er zijn allerlei insecten die kriebelen op mijn huid, ik word gestoken door muggen. Ik merk dat ik over ga tot gedachtes die mij niet helpen; “kom op dit kun je wel hebben”, “loop nou maar gewoon door”, “even doorbijten” en “het is vast zo voorbij”. Dan zie ik een pad dat parallel loopt aan het pad waar ik mij op bevind. Ik vind het lastig om van het pad af te gaan. Het voelt als zwak, als opgeven. Ik besluit toch het andere pad op te gaan. Daar waait een heerlijk windje en het gras onder mijn voeten voelt heel fijn aan. Het voelt goed om zo voor mijzelf te zorgen.

 

Na een tijdje komt er weer een minder aangenaam pad; bezaait met takjes en bolsters van beukennootjes. Ik zie een bankje in de zon aan het einde van het pad waar ik graag even op zou willen gaan zitten. Mijn eerste gedachte is “dit gaat teveel pijn doen” en ik overweeg mijn schoenen weer aan te doen om zo mijn voeten te beschermen. Ik besluit toch op blote voeten te blijven lopen. Het dieper ademhalen zorgt opnieuw voor meer ontspanning. Af en toe sta ik even stil op een zacht stukje mos bij een boom. Hierdoor ga ik het pad anders ervaren. Onaangenaam, maar niet meer pijnlijk. Ik voel dat dit ook voor mijzelf zorgen is. Ik zie ineens een vogelnestje op de grond liggen, een nestje van gras en veertjes. Het is heel zacht. Deze ervaring bekrachtigd een al eerder verkregen inzicht “dat het belangrijk is om zacht te zijn voor mezelf wanneer het minder makkelijk gaat”. Hoe heerlijk is het om dit weer eens zo letterlijk, helder en duidelijk te ervaren!

 

Ik kom aan bij het bankje in de zon. Ik ga zitten en navoelen hoe de wandeling voor mij is geweest. Ik heb een onverwachts en nog nooit eerder gevoelde sensatie in mijn voeten; hele aangename tintelingen. Tijdens het wandelen op blote voeten voel ik me vele malen meer verbonden met mijzelf en de aarde. Een soort van totale verbinding. De rest van de dag voel ik een diepere ontspanning dan ik normaal gesproken voel na een wandeling met schoenen aan. Heel fijn en bijzonder, dit ga ik vaker doen!